Hoeveel manuscripten liggen er in literaire archieven opgeborgen zonder ooit geconsulteerd te worden? Het archief is geen schrijn waarin alleen gewaakt wordt over de authenticiteit van het literaire patrimonium als een verzameling dorre relikwieën, maar een plek waar iedereen getuige kan zijn van het meest dynamische aspect van literaire teksten: hun ontstaansproces.
Over deze publicatie
Dit boek is een staalkaart van het genetisch literatuuronderzoek dat in de Lage Landen wordt verricht. Het geeft een nauwkeurig beeld van de verschillende invalshoeken van waaruit het tot stand komen van literaire werken kan worden benaderd.
De bundel bevat de volgende bijdragen:
- Leen Van Dijck, Vooraf.
- Pol Hoste, [Van filologie tot editiewetenschap], 9.
- Dirk Van Hulle, Ter inleiding: het klad, 11-22.
- Marcel De Smedt, De genese van De Verlossing van Willem Elsschot, 23-36.
- Peter de Bruijn, Het cyclotron van Gerrit Achterberg, 37-54.
- An De Vos, ‘Beginnende met het woord’. Over de genese van Gezelles poëzie, 55-67.
- Yves T’Sjoen, Het vlekkeloos geretoucheerde portret. Autorisatieproblematiek en de auteurscorrespondentie bij het editeren van Richard Minnes poëzie. Het synoptische apparaat van een verdwenen strofe uit het gedicht ‘Portret’, 69-93.
- Ingeborg Landuyt, Joyces defensieve strategieën bij de genese van Finnegans Wake, 95-102.
- Adriaan van der Weel & Ruud Hisgen, Reis naar het einde van de tekst: Beckett minderwaarts, 103-112.
- Dirk Van Hulle, Geestelijk moederschap. Achter ‘Achter de schermen’ van Elsschot, 113-126.
- Geert Buelens, Het noodzakelijke gedicht – het gedicht uit noodzaak, 127-144.
- Yves van der Fraenen, Maurice Gilliams. De hergeboorte van ‘De geboorte’. Een thematisch-interpretatief verhaal bij een tekstgeschiedenis, 145-170.
- Pol Hoste, Van filologie tot editiewetenschap, 171-172.
- Verantwoording Illustraties, 175.