Anton van Wilderode (1918-1998), pseudoniem van Cyriel Coupé, was een Vlaams dichter, priester en klassiek filoloog. Hij schreef traditioneel vormgegeven poëzie, vaak geïnspireerd door Bijbelse, klassieke en vaderlandse thema’s.
Met zijn fel bejubelde poëziedebuut De moerbeitoppen ruischten maakte Coupé in 1943 definitief naam als Anton van Wilderode. De 52 gedichten waaruit Van Wilderodes debuutbundel bestond, werden amper een jaar na de eerste druk aangevuld met vier nieuwe gedichten in de tweede vermeerderde druk (1944). Deze 56 gedichten werden tot de laatste geautoriseerde versie van de bundel in de Verzamelde Gedichten uit 1990 herdrukt met grotere en kleinere varianten van de auteur.
Over deze editie
De nieuwe editie presenteert de oorspronkelijke teksten, een overzichtelijk variantenapparaat met genetisch commentaar, bibliografische beschrijvingen van het overgeleverde bronnenmateriaal en een rijk gedocumenteerde reconstructie van de wordingsgeschiedenis van De moerbeitoppen ruischten.
Hoogtepunten hierbij zijn de kroniek van de periode 1937-1944, die werd samengesteld op basis van nieuw archiefonderzoek van tot nog toe onbekende dagboeken, kladschriften, briefwisseling en handschriften van de auteur, meer dan 100 nieuwe en ongepubliceerde gedichten van Anton van Wilderode en een facsimile van de unieke bundel Liederen voor December, waarmee Van Wilderode meedong voor de August Beernaertprijs 1941-1942 van de Academie.
Hugo Brems, Maarten De Pourcq en Carl De Strycker belichten Van Wilderodes debuutbundel in drie essays en Herman Van Rompuy schreef een voorwoord bij het boek.
Naast de heruitgave van een belangwekkend literair debuut bevat dit boek ook een wetenschappelijke studie van het vroege leven en werk van Cyriel Coupé/Anton van Wilderode. Die toont aan dat de auteur het als informant voor de tot dan verschenen bio- en bibliografische publicaties niet zo nauw nam met de historische werkelijkheid.