Historiek

In 2002 startte het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie met een langdurig project dat nog steeds loopt. Het beoogt een digitaal archief van duizenden brieven die tijdens de negentiende en twintigste eeuw door Vlaamse schrijvers zijn geschreven. Omdat het onderzoek daarvoor in een internationale context werd verricht, kreeg het project een Engelstalige naam mee: 'Digital Archive of Letters in Flanders' (DALF).

DALF is bedoeld als een ‘container’ waarin heel wat digitale brievencorpora en -edities worden ondergebracht. De digitale bestanden die aan de basis liggen daarvan zijn volgens eenzelfde codeerstrategie tot stand gekomen, meer bepaald volgens de speciaal daarvoor ontwikkelde DALF Guidelines for the description and encoding of modern correspondence material.

De brievenprojecten die door het CTB worden uitgevoerd, zorgen voor de eerste en voornaamste input van DALF. Niettemin kunnen (en worden) ook andere brievenedities aan DALF toegevoegd, zoals masterproeven die aan Vlaamse universiteiten worden voorgelegd.

Terwijl de editeurs of 'toeleveraars' van DALF in de productiefase van hun project op een onderling erg gelijkaardige manier coderen, kan de output van hun werk worden aangepast aan de specifieke eisen van hun onderzoek en/of hun publiek. Zo kunnen hun gecodeerde bronnen als ruwe XML-documenten worden bewaard, maar ze kunnen ook verder worden ontwikkeld tot dynamische online edities of klassieke papieren publicaties.

Guidelines

DALF is bedacht en ontwikkeld in de periode dat de vierde versie van de TEI Guidelines van toepassing was (P4). Daarin zijn allerlei manieren beschreven om talloze vormkenmerken van bepaalde specifieke tekstsoorten te coderen. Ze omvatten verscheidene apart beschreven tagsets voor o.m. proza, poëzie, drama en gesproken tekst. Brieven worden er echter niet (apart) in behandeld. Daarom werd binnen het CTB zelf onderzoek gevoerd naar de karakteristieke kenmerken van de brief en is er een theoretisch model uitgewerkt om correspondenties te beschrijven en te transcriberen. Het resultaat daarvan was de DALF DTD, een uitbreiding van de TEI Guidelines, waartoe DALF zich op drie manieren verhoudt:

  • 1. Een groot aantal TEI-elementen werd zonder meer overgenomen. Het gebruik van die elementen komt dus volledig overeen met wat in de TEI Guidelines (P4) is beschreven.
  • 2. Een kleiner aantal TEI-elementen werd in een gewijzigde vorm overgenomen, om aan de specifieke noden van de brievenediteur te kunnen voldoen.
  • 3. Een nog beperkter aantal elementen werd speciaal voor de DALF DTD gedefinieerd, omdat in de TEI Guidelines geen suggesties terug te vinden waren om bepaalde brief-specifieke kenmerken te kunnen coderen.

DALF - nu en straks

Met de publicatie van het brievencorpus rond Van Nu en Straks werd de pilootfase van het DALF-project afgerond. Door de publicatie van ruim 1.400 gecodeerde brieven i.v.m. het tijdschrift Van Nu en Straks werden bijna 4.000 brieven in het Digital Archive of Letters in Flanders opgenomen. Uiteraard is dat slechts een zeer minieme fractie van het totale aantal brieven dat (alleen nog maar) in het Antwerpse Letterenhuis wordt bewaard.

Mits een oordeelkundige selectie, enerzijds uit bestaande gedrukte brievenedities (die voor grondiger onderzoek in DALF-bestanden kunnen worden omgezet) en anderzijds uit de meest belangwekkende en materieel fragiele brievencollecties die nog niet eerder werden gepubliceerd, kan DALF wel een zeer nuttige aanvulling zijn op elders gepubliceerde (digitale) brievencollecties.

Het CTB wil daarom in samenspraak met diverse partners (het Letterenhuis, de Vlaamse universiteiten enz.) een stappenplan uitstippelen voor een graduele en structurele uitbreiding van DALF.

Meer informatie

Zie ook de Engelstalige introductiepagina bij de DALF Guidelines.

Dit zijn de relevante technische bestanden:

Zie ten slotte ook een beknopte selectie uit de theoretische en beschouwende artikelen over diverse aspecten van dit project:

  • Vanhoutte, Edward. 'Een brief is een brief is een brief etc. Structurele en semantische problemen bij de elektronische editie van correspondentie.' in: Edward Vanhoutte & Yves T'Sjoen (eds.), Epistolaria. Tekstgenetische studies. Antwerpen: AMVC, 2003, p. 141-159.
  • Vanhoutte, Edward & Ron Van den Branden, 'Describing, Transcribing, Encoding, and Editing Modern Correspondence Material: a Textbase Approach'. In: Fred Unwalla & Peter Shillingsburg (eds.) Computing the edition. Toronto: Toronto University Press. [pdf]
  • Vanhoutte, Edward & Ron Van den Branden. 'Presentational and Representational Issues in Correspondence Reconstruction and Sorting.' in: Mats Dahlström, Espen S. Ore, & Edward Vanhoutte (eds.), Electronic Scholarly Editing – Some Northern European Approaches. A Special Issue of Literary and Linguistic Computing, 19/1 (2004): 45-54.
  • Van den Branden, Ron & Edward Vanhoutte. 'DALF: een model voor de multifunctionele verwerking van brievencollecties.' in: Isabel Rotthier (red.). Bron van inspiratie. Het archief van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Themanummer van Verslagen & Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 114/3 (2004): 383-400.