Wetenschappelijk verantwoorde editie: proza

Algemeen: een leeseditie is bedoeld voor een ruim publiek; ze is door haar keuze van de basistekst, door haar betrouwbare weergave van de leestekst en door haar expliciete bespreking van ontstaansgeschiedenis en tekstconstitutie wetenschappelijk verantwoord.

1. Onderdelen van de Verantwoording

1.1. Ontstaansgeschiedenis

In het kapittel Ontstaansgeschiedenis bespreekt de editeur het ontstaan en de ontwikkeling van het uit te geven werk op basis van de overgeleverde geautoriseerde tekstgetuigen. Elementen die aan bod kunnen komen zijn o.a.:

  • Uitwendige ontstaansgeschiedenis: aanleiding tot het schrijven van het werk (b.v. naar aanleiding van reële gebeurtenissen); doelstelling; problemen bij redactie en publicatie (o.a. op basis van briefwisseling), etc.
  • Inwendige ontstaansgeschiedenis: genetische kritiek op basis van paralipomena, handschrift(en), typoscript(en), etc.

In de ontstaansgeschiedenis kan eventueel kort worden ingegaan op de (contemporaine) receptie.

Op basis van een grondige studie van de ontstaansgeschiedenis kan de editeur een beslissing nemen over de te kiezen basistekst, de uit te geven versie (cfr. infra).

1.2. Overlevering

Het kapittel Overlevering bevat een (eventueel geannoteerde) chronologische lijst van alle geautoriseerde tekstgetuigen (handschriften en drukken).

1.3. Basistekst en tekstconstitutie

Op basis van de ontstaansgeschiedenis beslist de editeur over de uit te geven versie. In vele gevallen, en wanneer er geen tegenindicaties zijn, is dit de eerste druk in boekvorm. Dat is immers het moment waarop de auteur, na een soms lang schrijfproces, zijn werk waardig heeft bevonden het aan het publiek aan te bieden. Er zijn natuurlijk gevallen waarin een latere versie (b.v. de ‘ultima manus’) als basistekst moet worden genomen, b.v. wanneer de auteur in de loop der jaren substantiële veranderingen (b.v. toevoegingen) aan zijn werk heeft aangebracht.

De versie van de basistekst wordt in de uitgave zo getrouw mogelijk gevolgd. Enkel manifeste (formele) fouten (b.v. zetfouten) moeten worden verbeterd, mèt rechtvaardiging van de ingrepen. Een afzonderlijke lijst van correcties wordt toegevoegd. In deze lijst wordt de bladzijde opgegeven waar de correctie plaats vindt, vervolgens de gecorrigeerde tekst, gevolgd door een Duitse komma (/), waarna de foutieve versie staat zoals die in de basistekst voorkomt.

Inhoudelijke fouten van de schrijver of ‘manke’ zinsconstructies die behoren tot het idioom van de auteur worden niet verbeterd.

Spelling en interpunctie worden niet gemoderniseerd. Modernisering van spelling haalt immers een werk uit zijn historische context; bovendien, met de spellingwijzigingen die onze taal geregeld ondergaat, ‘veroudert’ een qua spelling genormaliseerde editie snel.

1.4. Commentaar

Een leesuitgave vergt slechts summiere commentaar. Woordverklaring en verklaring van realia moeten de tekst voor de lezer begrijpelijk maken.

2. De tekst zelf

De tekst is uiteraard het belangrijkste onderdeel van de editie. De te editeren versie moet na grondig onderzoek van de geautoriseerde versies geselecteerd worden en deze moet getrouw worden weergegeven. In overeenstemming met de principes die in het kapittel Basistekst en tekstconstitutie werden uiteengezet worden enkel manifeste (formele) fouten (zetfouten, e.d.) verbeterd, steeds met rechtvaardiging van de ingrepen. Spelling en interpunctie worden niet gemoderniseerd. Woordverklaring en beknopte verklaringen bij realia die enige uitleg behoeven worden in (voet)noten weergegeven.

Onnodig te beklemtonen dat de editeur ervoor zorgt dat er in zijn uitgave, en met name in de leestekst, geen enkele (zet)fout staat! Grondig woord-voor-woord nalezen en vergelijken met de basistekst is derhalve absoluut noodzakelijk.

3. Varianten

In een leesuitgave zoals hier voorgesteld (aangeduid als een ‘tekstkritische editie’) worden gewoonlijk geen varianten opgenomen.

Varianten kunnen worden opgenomen ter verantwoording van de emendaties door de editeur aangebracht zoals bijvoorbeeld wordt gedemonstreerd in de editie van De Leeuw van Vlaenderen, of de uitgave van het Volledig Werk van Willem Elsschot.

Een exhaustief variantenapparaat kán eventueel elektronisch worden ter beschikking gesteld, maar dan spreken we niet meer over een leeseditie als dusdanig. Het is evident dat zo’n editie (met uitgebreide ontstaansgeschiedenis, receptieonderzoek, opgave van alle varianten, etc.) beduidend meer werk vraagt dan het hier geschetste editieprofiel, en enkel voor het filologisch-historisch onderzoek van belang is.

Voorbeelden

  • Loveling, Virginie. In Oorlogsnood. Virginie Lovelings dagboek 1914-1918. Tekstkritische editie door Bert Van Raemdonck. Gent: CTB (KANTL), 2005. On-line publicatie.
  • Stijn Streuvels. Levensbloesem. Leeseditie bezorgd door Marcel De Smedt. Jaarboek 9 van het Stijn Streuvelsgenootschap. Tielt: Lannoo, 2004. 224 p. ISBN: 90-209-5754-6.
  • Hendrik Conscience, De Leeuw van Vlaenderen of de Slag der Gulden Sporen. Tekstkritische editie door Edward Vanhoutte, met een uitleiding door Karel Wauters. Tielt: Lannoo, 2002. 537 p. ISBN: 90-209-4452-5.