Dit betekent dat in de eerste druk de vroege gedichten uit het Vlaamse tijdschrift Podium (1943-1944) niet zijn opgenomen, met uitzondering van de gedichten 'Ten dode toe' en 'Een sproke zelf' die in de bundel Ellende van het woord (1946) zijn gepubliceerd. Verder zijn de gedichten uit de reeks 'De diepe wortel' (in de collectieve bundel Aanhef (1941), waarvan De Haes zich later distantieerde, niet opgenomen en is alleen een beperkte selectie uit De Haes' debuutbundel Het andere wezen (1942) en uit Ellende van het woord gepresenteerd. De twee latere bundels, Gedaanten (1954) en Azuren holte (1964) zijn integraal opgenomen. In de tekstverantwoording wijzen de editeurs erop dat de spelling van de gedichten in de eerste twee bundels is aangepast. De criteria op basis waarvan een selectie is gemaakt, en de wijze waarop de spelling is gemoderniseerd, worden niet geëxpliciteerd.
De tweede druk van De Haes' verzamelde gedichten is uitgegeven in 1986 (Manteau, Antwerpen, met een voorwoord van Ad Zuiderent). De editeurs (Bittremieux, Van Herreweghen en De Haes) baseerden zich voor die herziene uitgave op de eerste editie. De selecties uit Het andere wezen en Ellende van het woord zijn gehandhaafd, inclusief de spellingaanpassingen. De tekstediteurs voegden vier gedichten toe, die De Haes in 1973 en 1974 ('Avondschemering': postuum) in Dietsche Warande en Belfort publiceerde, een reeks met 'moderne Hebreeuwse gedichten' (in een vertaling van De Haes), alsook een prozatekst 'Voor de studenten van ′Germania′' (een gewijzigde versie van een publicatie in Dietsche Warande en Belfort, 1965). Verder omvat de tweede druk een bio- en bibliografische kroniek. In de 'Verantwoording' (p. 164-165) stellen de editeurs dat Jan Schoolmeesters 'misstellingen in de eerste druk' heeft gecorrigeerd. Er wordt evenwel niet verduidelijkt welke correcties zijn aangebracht. Ook die tweede druk beantwoordt kortom niet aan de basisprincipes voor een wetenschappelijk betrouwbare uitgave.
De uitzonderlijk literair-historische betekenis van het dichtwerk van Jos de Haes staat buiten kijf. Niet alleen is zijn werk meermaals bekroond, voor Azuren Holte ontving hij in 1965 de driejaarlijkse Staatsprijs voor Poëzie, zijn gedichten (vooral de klassieker 'Een kus in Ter Kameren') hebben verscheidene Nederlandstalige dichters geïnspireerd (Stefan Hertmans, Huub Beurskens, Stefaan van den Bremt).
Deze tekskritische leeseditie verzamelt alle gepubliceerde gedichten van Jos de Haes met een contextualiserend, literairhistorisch nawoord van prof. dr. Erik Spinoy. In de leesuitgave wordt een beknopte tekstverantwoording opgenomen, met een lijst met editeursingrepen en een verantwoording van de keuze van de basisteksten.