De rol van epistolair materiaal in het schrijfproces is niet te onderschatten, en vormt daarom een belangrijk studieobject voor tekstgenetisch onderzoek of de studie van wat er aan de publicatie van een tekst voorafgaat. Maar briefwisseling is zelf ook voorwerp van teksteditie en een studieobject voor de editiewetenschap. Immers, wetenschappelijk verantwoorde uitgaven van brieven en briefwisseling presenteren op een methodologische manier belangrijke informatie voor een breed publiek, en verschaffen een inkijk in het persoonlijke en professionele leven van de respectievelijke schrijvers en ontvangers.
Deze bundel benadert de studie van correspondentiemateriaal zowel vanuit het belang voor de studie van werk, auteur of intellectuele geschiedenis, als vanuit de (theoretische) interesse die de editiewetenschap voor brievenmateriaal heeft ontwikkeld. In de bijdragen in deze essaybundel komen de correspondenties van Vincent Van Gogh, Stijn Streuvels en Raymond Herreman aan bod, naast studies over de briefwisselingen die de geschiedenis en de werking van het Nieuw Vlaams Tijdschrift en De Kapel kunnen reconstrueren. Het inleidend en afsluitend essay behandelen respectievelijk de problematiek van het editeren en annoteren van brievenmateriaal, en de problematiek van de elektronische editie van correspondentiemateriaal. Het grootste gedeelte van de bijdragen rapporteert over het werk van het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie (CTB) van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL).