De nieuwe editie presenteert de oorspronkelijke teksten, een overzichtelijk variantenapparaat met genetisch commentaar, bibliografische beschrijvingen van al het overgeleverde bronnenmateriaal en een rijk gedocumenteerde reconstructie van de wordingsgeschiedenis van De moerbeitoppen ruischten.
Hoogtepunten hierbij zijn de kroniek van de periode 1937-1944 die werd samengesteld op basis van nieuw archiefonderzoek van tot nog toe onbekende dagboeken, kladschriften, briefwisseling en handschriften van de auteur, meer dan 100 nieuwe en ongepubliceerde gedichten van Anton van Wilderode en een facsimile van de unieke bundel Liederen voor December waarmee Van Wilderode deelnam aan de August Beernaertprijs 1941-1942 van de Academie.
Hugo Brems, Maarten De Pourcq en Carl De Strycker belichten Van Wilderodes debuutbundel in drie essays en Herman Van Rompuy schreef een voorwoord bij het boek. Naast de heruitgave van een belangwekkend literair debuut, bevat dit boek ook de eerste wetenschappelijke studie van het vroege leven en werk van Cyriel Coupé/Anton van Wilderode. Die toont aan dat de auteur het als informant voor de tot hiertoe verschenen bio-bibliografische publicaties niet zo nauw nam met de historische werkelijkheid.