Aanleiding voor dit symposium was de publicatie van de monumentale editie (digitaal en in boekvorm) van de brieven van Vincent van Gogh eerder die maand. Tijdens de dag ston niet alleen de commentaar in de Van Gogh-editie centraal, maar ook onderwerpen als Middeleeuwse commentaartradities, commenaar bij historische teksten, commentaar in digitale context, enzovoort. Tussen de lezingen door waren korte statements voorzien, waarin drie kenners van naam met een krachtig inhoudelijk betoog de discussie in gang zetten. Deze bundel publiceert niet alleen de zes lezingen maar ook de drie statements.
Inhoud:
- Peter de Bruijn, Annemarie Kets-Vree & Edward Vanhoutte, Inleiding, 253-256
- Mariken Teeuwen, Geleerdheid in de marge. De haken en ogen aan het maken van een editie van middeleeuws commentaar, 251-271.
- Christophe Van der Vorst, Verdenckt den Dichter niet die desen Rijm beleidt. Op weg naar een intertekstuele commentaar bij historische teksten, 273-297.
- Johan Oosterman, [geen] commentaar, 299-301.
- Léon Hanssen, De biograaf en de stemmen uit het vuur, 303-312.
- Sander Bax, Hoe veel toekomst heeft gisteren?, 313-328.
- Lisa Kuitert, Afleggers van de literatuur, 329-331.
- Wessel Krul, Het best gedocumenteerd. Van Gogh opnieuw uitgegeven, 333-343.
- Ine Van linthout, Ik voel mij zoo behagelijk ‘zu Hause’. Stijn Streuvels, het Derde Rijk en het historische belang van brieven, 345-357.
- Marita Mathijsen, De schaal van de commentaar, 359-362.