Allemaal zeep aan onze zolen is het resultaat van een vruchtbare samenwerking tussen het AMVC-Letterenhuis en het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Het boek belicht het ontstaan en de beginjaren van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Het is een verhaal in de vorm van een kroniek, rijkelijk voorzien van illustraties, context en commentaar.
Tijdens de eerste vijf jaargangen verscheen er in het NVT een indrukwekkend aantal voorpublicaties van literaire werken: in het spoor van Het dwaallicht (Willem Elsschot) volgden onder meer Het boek van Joachim van Babylon (Marnix Gijsen), De trein der traagheid (Johan Daisne), De ruiter op de wolken (Hubert Lampo), De Metsiers (Hugo Claus) en Zuster Virgilia (Gerard Walschap). Over al deze werken werd door de auteurs en hun collega's druk gecorrespondeerd. Het NVT telde nogal wat eigenzinnige redacteurs in zijn rangen, die allemaal hun eigen visie hadden over de koers die het tijdschrift moest varen. Hun onderlinge correspondentie is grotendeels in de kroniek opgenomen.